Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / RBINS Staff Publications / Search publications of the members of the Royal Belgian institute of natural Sciences

Search publications of the members of the Royal Belgian institute of natural Sciences

Article Reference Molecular analyses of ostracod flocks from Lake Baikal and Lake Tanganyika
Article Reference A review of Bennelongia De Deckker & McKenzie, 1981 (Crustacea, Ostracoda) species from eastern Australia with the description of three new species
Australia is predicted to have a high number of currently undescribed ostracod taxa. The genus Bennelongia De Deckker & McKenzie, 1981 (Crustacea, Ostracoda) occurs in Australia and New Zealand, and has recently shown potential for high speciosity, after the description of nine new species from Western Australia. Here, we focus on Bennelongia from eastern Australia, with the objectives of exploring likely habitats for undiscovered species, genetically characterising published morphological species and scanning classical species for cryptic diversity. Two traditional (morphological) species are confirmed to be valid using molecular evidence (B. harpago De Deckker & McKenzie, 1981 and B. pinpi De Deckker, 1981), while three new species are described using both morphological and molecular evidence. Two of the new species belong to the B. barangaroo lineage (B. dedeckkeri sp. nov. and B. mckenziei sp. nov.), while the third is a member of the B. nimala lineage (B. regina sp. nov.). Another species was found to be genetically distinct, but is not formally described here owing to a lack of distinguishing morphological features from the existing species B. cuensis Martens et al., 2012. Trends in diversity and radiation of the genus are discussed, as well as implications these results have for the conservation of temporary pool microfauna and our understanding of Bennelongia’s evolutionary origin.
Article Reference Nine new species of Bennelongia DeDeckker & McKenzie, 1981 (Crustacea, Ostracoda) from Western Australia, with the description of one new subfamily
The genus Bennelongia De Deckker & McKenzie, 1981 is most likely endemic to Australia and New Zealand and, up to now, only two described species in this genus had been reported from Western Australia. Extensive sampling in Western Australia revealed a much higher specific diversity. Here, we describe nine new species in three lineages, within the genus Bennelongia: B. cygnus sp. nov. and B. frumenta sp. nov. in the B. cygnus lineage, B. gwelupensis sp. nov., B. coondinerensis sp. nov., B. cuensis sp. nov., B. lata sp. nov. and B. bidgelangensis sp. nov. in the B. australis lineage, and B. strellyensis sp. nov. and B. kimberleyensis sp. nov. (from the Pilbara and Kimberley regions respectively) in the B. pinpi-lineage. For six of the nine species, we were also able to construct molecular phylogenies and to test for cryptic diversity with two different methods based on the evolutionary genetic species concept, namely Birky’s 4 x rule and the GYMC model. These analyses support the specific nature of at least four of the five new species in the B. australis lineage and of the two new species in the B. pinpi lineage. We also describe Bennelongiinae n.subfam. to accommodate the genus. With the nine new species described here, the genus Bennelongia now comprises 15 species, but several more await formal description.
Manual Reference Paleontologie
De wetenschappelijke uitstraling van de afdelingen 10, 11 en 12 is door het grote aantal wetenschappelijke publicaties, vooral deze met hoge ranking (bv. Nature en Science), en door de sterke vertegenwoordiging op internationale congressen en de talrijke mandaten in internationale verenigingen vergelijkbaar met deze van de betere wetenschappelijke instellingen en universiteiten van België. De wetenschappelijke expertise van de afdelingen geniet mondiale erkenning, te oordelen naar het grote aantal aanvragen voor supervisie van doctoraats‐en mastersthesissen en voor deelname aan nationale en internationale jury’s voor de beoordeling ervan (in totaal 35 in 2011) en voor de review van manuscripten voor wetenschappelijke tijdschriften (31) en van buitenlandse wetenschappelijke projecten (4). In 2011 waren er wetenschappelijke samenwerkingsverbanden met 18 Belgische en 155 buitenlandese instellingen, het merendeel (85 %) binnen Europa. De belangstelling bij het publiek en de media voor de paleontologie als onderzoeksrichting was ook in 2011 heel sterk, zoals bleek uit de talrijke interviews in dagbladen, deelname aan radio‐ en TV‐programma’s en de toenemende vraag naar stagebegeleiding, determinatie van fossielen en voordrachten voor binnen‐ en buitenlandse verenigingen. Talrijke jongeren manifesteerden hun belangstelling voor de paleontologie als toekomstkeuze, wat als een zeer verheugende evolutie kan aanzien worden. De opgravingen in de klassieke gebieden konden worden verdergezet (Vastan, Indië, Liaoling – China, Peru en de Europese regio), waarbij een aantal nieuwe regio’s werden gescreend (Centraal‐ en Oost‐Europa, Centraal‐ en Noord‐Sulawesi, Indonesië en de Qianshan regio in de Provincie Anhui, China). Het stratigrafisch onderzoek van de Devoon sequenties in België, de Paleogene sequenties in Zuid‐Frankrijk, Noord‐Afrika en Kazakhstan, de Quartaire loessequenties in Eurazië en karstfenomenen in België, alsook de traditionele paleontologische thema’s (studie van dinosauriërs, ichthyosauriërs, koralen, vissen, brachiopoden, otolieten, Paleogene en Quartaire zoogdieren, Neogene walvissen) werden voortgezet. Het paleontologisch onderzoek kon ook rekenen op belangrijke extra‐financiële middelen, waaronder een aantal buitenlandse bronnen. Een doctoraatsstudent en vier masterstudenten beëindigden hun eindwerk in samenwerking met het departement Paleontologie. Elf doctorandi en 8 Masterstudenten specialiseren zich verder in 2011 onder begeleiding van de wetenschappers van het departement in verschillende domeinen van de paleontologie: micropaleontologie, invertebraten en vertebraten. De meerderheid van de medewerkers van het departement was in 2011 intensief betrokken bij de verdere reorganisatie van de Janletzaal en de Kloosterzaal en de updating van de paleontologische collecties van het KBIN met als belangrijkste activiteiten: (1) de voorbereidingen aan de nieuw in te richten mosasauriërzaal, (2) de medewerking aan de tentoonstelling “From Brussels Xiè Xiè Shanghai” te Tour & Taxis te Brussel en aan de tentoonstelling “Du Mammouth à l’agriculture – l’Homme préhistorique dans son environnement” aan de Faculté Polytechnique de Mons, (3), de medewerking aan de Opendeurdag “Dinos News Day”aan het KBIN, (4) talrijke rondleidingen voor binnen‐ en buitenlandse groepen en delegaties, (5) de studie van de paleontologische collecties van het KBIN en (6) de verderzetting van de inventarisatie en de digitalisatie van de paleontologische collectie. Sinds 2003 is de bezettingsgraad van de statutaire wetenschappers gehalveerd (daling met 5 voltijdse mandaten: 5.00 i.p.v. 10.00, ‐6 versus +1), waardoor er in afdeling 10, vanaf oktober 2008, nog slechts 1, en in afdeling 11, reeds sinds 2006, zelfs geen enkele statutaire wetenschapper meer huist. Deze negatieve trend zal zich in de komende jaren verder blijven doorzetten met de opruststelling in 2012 van een voltijdse wetenschapper (J.‐G. CASIER), waardoor afdeling 10 dan ook alle statutaire wetenschappers verliest. Vooral het technisch personeelsbestand zal flink uitgedund worden (2 voltijdse betrekkingen). Niettegenstaande deze drastische daling in het personeelsbestand en het feit dat het takenpakket stelselmatig werd uitgebreid door de talrijke renovatie‐ en restauratiewerken, is de wetenschappelijke output gelijk gebleven, wat wijst op een sterke inzet van het personeel. Met deze sterk afgezwakte personeelsbezetting zal het in de nabije toekomst echter niet meer mogelijk zijn om het ons toevertrouwde takenpakket integraal uit te voeren. Nieuwe aanwervingen dringen zich op (tenminste 1 statutaire wetenschapper voor elke afdeling, en 2 statutaire technici voor de 3 afdelingen) indien we onze wetenschappelijke reputatie en het beheer van één van de grootste collecties van het instituut voor de toekomst veilig willen stellen. De finalisatie van de recruteringsprocedure voor de aanwerving van 1 statutaire technicus in het voorjaar van 2009 was een eerste stap in de goede richting.
Manual Reference Afdeling "Micropaleontologie en Paleobotanica”
In 2011 is er weinig veranderd in de algemene organisatie van afdeling 10. Na de opruststelling van P. Haesaerts in 2007 en F. Damblon in 2008 is J.‐G. Casier het enige overgebleven statutair wetenschappelijk personeelslid. De aanwerving van C. Prestianni als contractuele wetenschapper op het eind van 2010 had een gunstige invloed op het totaal van de dienstverlenende taken binnen de afdeling, vooral op het vlak van het aantal bezoekers, bezoekdagen, en het aantal expertise en consulterende opdrachten (verdubbeling van activiteiten). In 2011 ging de afdeling, wat strikt wetenschappelijke output betreft, duidelijk vooruit ten opzichte van de voorbije jaren (32 gepubliceerde wetenschappelijke werken, exclusief abstacten, versus 20 in 2010 en 19 in 2009). Dit is vooral te danken aan het feit dat de oprustgestelde wetenschappers hun werkzaamheden aan het KBIN in 2011 gedeeltelijk hebben verdergezet, dat het aantal contractuele wetenschappers van 1 naar 2 kon worden opgetrokken (verdwijnen van Court‐Picon opgevangen door aanwerving P. Spagna en vanaf 16.11.2010 aanwerving C. Prestianni) en dat de afdeling kan terugvallen op enkele jonge actieve externe medewerkers (Pirson). Verschillende wetenschappers van de afdeling hebben meegewerkt aan de publicatie van 3 mono‐volumes over de Grot van Wallou en over de Paleolithische sites van België (totaal van 865 p.). Onder de belangrijkste hoogtepunten en nieuwigheden van het wetenschappelijke front zijn te vermelden: 1. Ontdekking van de oudste (Vroegste Devoon) houtstructuren in planten, gepubliceerd in Science; 2. Synthese van de Quartaire sedimenten in de grot van Walou in Zuid‐België; 3. Synthese over het Midden Paleolithicum van België en 4. nieuwe bijdragen over de ostracoden van een aantal standaard profielen uit het Devoon van België en Noord‐Frankrijk. Belangrijk voor de naambekendheid van de afdeling en van het KBIN waren de talrijke deelnames aan congressen en exploraties in binnen‐ en buitenland, die een sterke toename kenden in vergelijking met 2010. De aanwerving van C. Prestianni gaf een enorme boost aan de digitalisatie van de paleobotanische collectie van het KBIN. Momenteel is de volledige plantencollectie van het Onder‐Devoon en grote delen van het Midden‐Devoon taxonomisch gescreend en geüpdated, en werd het Onder‐Devoon flora gedigitaliseerd. Het aantal technici bleef op hetzelfde niveau, waardoor de verschillende taken correct en naar behoren werden uitgevoerd. Naast de wetenschappelijke ondersteuning en het beheer van het scheikundige laboratorium, werden de technici actief betrokken bij het collectiebeheer, in het bijzonder bij de inventarisatie van de collecties. Deze status quo positie is echter weinig hoopgevend, gezien de komende jaren het bestand aan technici binnen de afdeling zeer sterk zal dalen (halvering in 2013). Met de opruststelling van J.‐G. Casier in 2012 zal de afdeling over geen enkele statutaire wetenschapper beschikken, en zal het wetenschappelijk onderzoek dus enkel door de contractuele wetenschappers, indien de contracten van Prestianni en Spagna worden verlengd, of door wetenschappelijke medewerkers worden uitgevoerd. Micropaleontologie en paleobotanica zijn nochtans wetenschappelijke disciplines waarin het KBIN, zowel nationaal als internationaal, een lange en uitmuntende reputatie geniet wegens de kwaliteit en de verscheidenheid van de aanwezige expertise maar ook door de unieke collecties. Zonder nieuwe aanwervingen van wetenschappers en technici zal het beheer en onderzoek van deze collecties in de nabije toekomst erg problematisch worden.
Inproceedings Reference Molecular and morphological evidence for several species within the cosmopolitan eurybathic deep-sea lysianassoid amphipod Eurythenes gryllus sensu lato
Inproceedings Reference Identification of forensically important Sarcophaga species (Diptera: Sarcophagidae) using the mitochondrial COI gene
Inproceedings Reference Towards a molecular reference database for the identification of forensically important Sarcophaga species (Diptera: Sarcophagidae)
Inproceedings Reference Octet Stream Towards a molecular database for the identification of forensically important Diptera in Belgium
Inproceedings Reference Molecular data elucidate species limits and some relationships of Ploceus weavers
Inproceedings Reference Using DNA barcodes for assessing diversity of dance flies (Diptera: Empidoidea) and as a basis for phylogenetic research
Inproceedings Reference First large-scale DNA barcoding assessment of reptiles in the biodiversity hotspot of Madagascar
Inproceedings Reference Molecular identification of the forensically important greenbottle fly species Lucilia caesar and L. illustris (Family Calliphoridae)
Inproceedings Reference Integrating DNA barcoding in taxonomic practice: Experience from a joint initiative of two natural history museums.
Booklet Reference ‘Program and abstracts’ of the Third European Conference for the Barcode of Life, Barcoding of organisms of policy concern, 17-20 September 2012, Brussels, Belgium
Article Reference Preliminary molecular systematics of the African Goshawk Accipiter tachiro (Daudin, 1800)
Article Reference Island evolution and systematic revision of Comoran snakes: why and when subspecies still make sense
Inproceedings Reference Antigenic properties of Type I collagen and taxonomy
Article Reference Etude d’une face humaine découverte dans les niveaux “ gravettiens ” des dépôts de pente de la grotte de Spy. Fouilles de Fr. Twiesselmann (1950-54)
Phdthesis Reference Etude des propriétés antigéniques des collagènes osseux récents et fossiles
 Help


 
reference(s)

 
 
add or import
2025
add or import
2025 PDFs directly available
add or import
2024
add or import
2024 PDFs directly available
add or import
2023
add or import
2023 PDFs directly available
add or import
2022
add or import
2022 PDFs directly available
add or import
2021
add or import
2021 PDFs directly available
add or import
2020
add or import
2019
add or import
2018
add or import
2017
add or import
2016
add or import
before 2016
add or import
before RBINS
add or import
after RBINS
   


   
 
PDF One Drive Repository
 
Add in the year folder
2024 PDFs directly available