Etienne Steurbaut (2012)
Afdeling "Micropaleontologie en Paleobotanica”
Vautierstraat 29 B-1000 Brussel.
In 2011 is er weinig veranderd in de algemene organisatie van afdeling 10. Na de opruststelling van P.
Haesaerts in 2007 en F. Damblon in 2008 is J.‐G. Casier het enige overgebleven statutair wetenschappelijk
personeelslid. De aanwerving van C. Prestianni als contractuele wetenschapper op het eind van 2010 had een
gunstige invloed op het totaal van de dienstverlenende taken binnen de afdeling, vooral op het vlak van het
aantal bezoekers, bezoekdagen, en het aantal expertise en consulterende opdrachten (verdubbeling van
activiteiten). In 2011 ging de afdeling, wat strikt wetenschappelijke output betreft, duidelijk vooruit ten
opzichte van de voorbije jaren (32 gepubliceerde wetenschappelijke werken, exclusief abstacten, versus 20 in
2010 en 19 in 2009). Dit is vooral te danken aan het feit dat de oprustgestelde wetenschappers hun
werkzaamheden aan het KBIN in 2011 gedeeltelijk hebben verdergezet, dat het aantal contractuele
wetenschappers van 1 naar 2 kon worden opgetrokken (verdwijnen van Court‐Picon opgevangen door
aanwerving P. Spagna en vanaf 16.11.2010 aanwerving C. Prestianni) en dat de afdeling kan terugvallen op
enkele jonge actieve externe medewerkers (Pirson). Verschillende wetenschappers van de afdeling hebben
meegewerkt aan de publicatie van 3 mono‐volumes over de Grot van Wallou en over de Paleolithische sites
van België (totaal van 865 p.). Onder de belangrijkste hoogtepunten en nieuwigheden van het
wetenschappelijke front zijn te vermelden: 1. Ontdekking van de oudste (Vroegste Devoon) houtstructuren in
planten, gepubliceerd in Science; 2. Synthese van de Quartaire sedimenten in de grot van Walou in Zuid‐België;
3. Synthese over het Midden Paleolithicum van België en 4. nieuwe bijdragen over de ostracoden van een
aantal standaard profielen uit het Devoon van België en Noord‐Frankrijk. Belangrijk voor de naambekendheid
van de afdeling en van het KBIN waren de talrijke deelnames aan congressen en exploraties in binnen‐ en
buitenland, die een sterke toename kenden in vergelijking met 2010. De aanwerving van C. Prestianni gaf een
enorme boost aan de digitalisatie van de paleobotanische collectie van het KBIN. Momenteel is de volledige
plantencollectie van het Onder‐Devoon en grote delen van het Midden‐Devoon taxonomisch gescreend en
geüpdated, en werd het Onder‐Devoon flora gedigitaliseerd. Het aantal technici bleef op hetzelfde niveau,
waardoor de verschillende taken correct en naar behoren werden uitgevoerd. Naast de wetenschappelijke
ondersteuning en het beheer van het scheikundige laboratorium, werden de technici actief betrokken bij het
collectiebeheer, in het bijzonder bij de inventarisatie van de collecties. Deze status quo positie is echter weinig
hoopgevend, gezien de komende jaren het bestand aan technici binnen de afdeling zeer sterk zal dalen
(halvering in 2013). Met de opruststelling van J.‐G. Casier in 2012 zal de afdeling over geen enkele statutaire
wetenschapper beschikken, en zal het wetenschappelijk onderzoek dus enkel door de contractuele
wetenschappers, indien de contracten van Prestianni en Spagna worden verlengd, of door wetenschappelijke
medewerkers worden uitgevoerd. Micropaleontologie en paleobotanica zijn nochtans wetenschappelijke
disciplines waarin het KBIN, zowel nationaal als internationaal, een lange en uitmuntende reputatie geniet
wegens de kwaliteit en de verscheidenheid van de aanwezige expertise maar ook door de unieke collecties.
Zonder nieuwe aanwervingen van wetenschappers en technici zal het beheer en onderzoek van deze collecties
in de nabije toekomst erg problematisch worden.
Jaarverslag - Rapport annuel 2011, KBIN-IRSNB, Afdeling Micropaleontologie en Paleobotanica, p.253-265.
Document Actions