Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home
1120 items matching your search terms.
Filter the results.
Item type



































New items since



Sort by relevance · date (newest first) · alphabetically
Article Reference The earliest Eocene mammal fauna of the Erquelinnes Sand Member near the French-Belgian border
The earliest Eocene Erquelinnes site was discovered in 1880, but its mammal fauna has been frequently ignored. This paper provides the first detailed overview of the Erquelinnes mammals since 1929. The new faunal list doubles the known diversity at Erquelinnes to a total of 16 species, now also including amphilemurids, hyaenodontids, mesonychids, louisinids, equids and diacodexeids. The majority of the Erquelinnes species is also present in the earliest Eocene Dormaal MP7 reference fauna, with as most notable exceptions the presence of a potentially dwarfed specimen of Dissacus, and of two perissodactyl taxa at Erquelinnes. The ceratomorph perissodactyl Cymbalophus cuniculus is also known from the earliest Eocene of England, but a specimen identified as cf. Sifrhippus sandrae is closely similar to contemporaneous primitive North American equids. This specimen represents the oldest unambiguous European equid and highlights faunal similarities between Europe and North America during this time interval. Faunal differences between Erquelinnes and Dormaal seem mostly due to depositional differences, and the Erquelinnes fauna represents a typical earliest Eocene fauna, closely similar to other MP7 and PEI faunas in Europe.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Article Reference A new species of Archaeoryctes from the Middle Paleocene of China and the phylogenetic diversification of Didymoconidae
Didymoconidae are an enigmatic group of Asian endemic insectivorous mammals. We describe the new didymoconid species Archaeoryctes wangi sp. nov. from the Upper Member of the Wanghudun Formation (Middle Paleocene). This new species from the Qianshan Basin (Anhui Province, China) forms an interesting geographical intermediate between A. notialis from South China and A. borealis and A. euryalis from the Mongolian Plateau. To better understand the origin and evolutionary diversification of Didymoconidae, we performed a cladistic and stratocladistic study of the Didymoconidae and various outgroups. This study of dental material did not resolve the higher level affinities of Didymoconidae, but confirms the validity of the family and its distinctiveness from the morphologically similar Sarcodontidae. Moreover, our results corroborate the current didymoconid classification with the distinction of three subfamilies: “Ardynictinae”, Kennatheriinae and Didymoconinae; “Ardynictinae” are a paraphyletic stemgroup for the two other subfamilies. Our results suggest three distinct didymoconid radiations: (1) primitive ardynictines appeared in South China from the start of the Nongshanian; their evolution continues on the Mongolian Plateau with (2) the radiation of more evolved ardynictines and kennatheriines at the start of the Middle Eocene Arshantan and (3) the origin of didymoconines at the start of the Late Eocene Ergilian.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Article Reference High diversity of acrodontan lizards in the Early Eocene Vastan Lignite Mine of India
The Ypresian Cambay Formation at Vastan Mine in Gujarat, western India, has yielded a rich herpetological fauna including snakes, lizards and amphibians, but strangely, lizards are only represented by Acrodonta. Here we describe the acrodontan assemblage based on numerous, diverse and well-preserved dentaries, premaxillae, and maxillae. Among the five taxa described one new genus and species characterised by a short splenial represents the youngest occurrence of the extinct family Priscagamidae. The other four taxa belong to the extant family Agamidae. Two of them previously known, Vastanagama susanae and Tinosaurus indicus, are here revised. The two other taxa are new. The first one, Suratagama neeraae gen. and sp. nov., is characterised by the presence of six small pleurodont teeth with a nearly cylindrical shaft and an obtusely pointed apex. The second one, Indiagama gujarata gen. and sp. nov., has rectangular teeth in lateral view, unicuspid crowns forming a nearly horizontal cutting edge, and wear facets on both the lingual and labial sides of the dentary. Our results confirm that Acrodonta is the only lizard group present in Vastan, whereas many other groups are already present from the beginning of the Early Eocene on the other continents. The diversity of the agamids in Vastan and the absence of non-acrodontan lizard in India tentatively support the Out-of-India hypothesis for agamids.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Booklet Reference The diet of harbour porpoises bycaught or washed ashore in Belgium, and relationship with relevant date from the strandings database.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Article Reference Apports récents sur l'anthropologie des Mésolithiques et des Néolithiques mosans
Located in Library / RBINS Staff Publications
Article Reference Hominid remains from the Northern European Plain: and up-date to the catalogue of fossil hominids
Located in Library / RBINS Staff Publications
Manual Reference Paleontologie
De wetenschappelijke uitstraling van de afdelingen 10, 11 en 12 is door het grote aantal wetenschappelijke publicaties, vooral deze met hoge ranking (bv. Nature en Science), en door de sterke vertegenwoordiging op internationale congressen en de talrijke mandaten in internationale verenigingen vergelijkbaar met deze van de betere wetenschappelijke instellingen en universiteiten van België. De wetenschappelijke expertise van de afdelingen geniet mondiale erkenning, te oordelen naar het grote aantal aanvragen voor supervisie van doctoraats‐en mastersthesissen en voor deelname aan nationale en internationale jury’s voor de beoordeling ervan (in totaal 35 in 2011) en voor de review van manuscripten voor wetenschappelijke tijdschriften (31) en van buitenlandse wetenschappelijke projecten (4). In 2011 waren er wetenschappelijke samenwerkingsverbanden met 18 Belgische en 155 buitenlandese instellingen, het merendeel (85 %) binnen Europa. De belangstelling bij het publiek en de media voor de paleontologie als onderzoeksrichting was ook in 2011 heel sterk, zoals bleek uit de talrijke interviews in dagbladen, deelname aan radio‐ en TV‐programma’s en de toenemende vraag naar stagebegeleiding, determinatie van fossielen en voordrachten voor binnen‐ en buitenlandse verenigingen. Talrijke jongeren manifesteerden hun belangstelling voor de paleontologie als toekomstkeuze, wat als een zeer verheugende evolutie kan aanzien worden. De opgravingen in de klassieke gebieden konden worden verdergezet (Vastan, Indië, Liaoling – China, Peru en de Europese regio), waarbij een aantal nieuwe regio’s werden gescreend (Centraal‐ en Oost‐Europa, Centraal‐ en Noord‐Sulawesi, Indonesië en de Qianshan regio in de Provincie Anhui, China). Het stratigrafisch onderzoek van de Devoon sequenties in België, de Paleogene sequenties in Zuid‐Frankrijk, Noord‐Afrika en Kazakhstan, de Quartaire loessequenties in Eurazië en karstfenomenen in België, alsook de traditionele paleontologische thema’s (studie van dinosauriërs, ichthyosauriërs, koralen, vissen, brachiopoden, otolieten, Paleogene en Quartaire zoogdieren, Neogene walvissen) werden voortgezet. Het paleontologisch onderzoek kon ook rekenen op belangrijke extra‐financiële middelen, waaronder een aantal buitenlandse bronnen. Een doctoraatsstudent en vier masterstudenten beëindigden hun eindwerk in samenwerking met het departement Paleontologie. Elf doctorandi en 8 Masterstudenten specialiseren zich verder in 2011 onder begeleiding van de wetenschappers van het departement in verschillende domeinen van de paleontologie: micropaleontologie, invertebraten en vertebraten. De meerderheid van de medewerkers van het departement was in 2011 intensief betrokken bij de verdere reorganisatie van de Janletzaal en de Kloosterzaal en de updating van de paleontologische collecties van het KBIN met als belangrijkste activiteiten: (1) de voorbereidingen aan de nieuw in te richten mosasauriërzaal, (2) de medewerking aan de tentoonstelling “From Brussels Xiè Xiè Shanghai” te Tour & Taxis te Brussel en aan de tentoonstelling “Du Mammouth à l’agriculture – l’Homme préhistorique dans son environnement” aan de Faculté Polytechnique de Mons, (3), de medewerking aan de Opendeurdag “Dinos News Day”aan het KBIN, (4) talrijke rondleidingen voor binnen‐ en buitenlandse groepen en delegaties, (5) de studie van de paleontologische collecties van het KBIN en (6) de verderzetting van de inventarisatie en de digitalisatie van de paleontologische collectie. Sinds 2003 is de bezettingsgraad van de statutaire wetenschappers gehalveerd (daling met 5 voltijdse mandaten: 5.00 i.p.v. 10.00, ‐6 versus +1), waardoor er in afdeling 10, vanaf oktober 2008, nog slechts 1, en in afdeling 11, reeds sinds 2006, zelfs geen enkele statutaire wetenschapper meer huist. Deze negatieve trend zal zich in de komende jaren verder blijven doorzetten met de opruststelling in 2012 van een voltijdse wetenschapper (J.‐G. CASIER), waardoor afdeling 10 dan ook alle statutaire wetenschappers verliest. Vooral het technisch personeelsbestand zal flink uitgedund worden (2 voltijdse betrekkingen). Niettegenstaande deze drastische daling in het personeelsbestand en het feit dat het takenpakket stelselmatig werd uitgebreid door de talrijke renovatie‐ en restauratiewerken, is de wetenschappelijke output gelijk gebleven, wat wijst op een sterke inzet van het personeel. Met deze sterk afgezwakte personeelsbezetting zal het in de nabije toekomst echter niet meer mogelijk zijn om het ons toevertrouwde takenpakket integraal uit te voeren. Nieuwe aanwervingen dringen zich op (tenminste 1 statutaire wetenschapper voor elke afdeling, en 2 statutaire technici voor de 3 afdelingen) indien we onze wetenschappelijke reputatie en het beheer van één van de grootste collecties van het instituut voor de toekomst veilig willen stellen. De finalisatie van de recruteringsprocedure voor de aanwerving van 1 statutaire technicus in het voorjaar van 2009 was een eerste stap in de goede richting.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Article Reference Garrouste et al. reply to Hörnschemeyer et al.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Inproceedings Reference Palaeozoic subcrop map of the Brabant Massif in Flanders, Belgium
Located in Library / RBINS Staff Publications
Article Reference The stratigraphic position of the Cambrian Jodoigne Formation redefined (Brabant Massif, Belgium)
Located in Library / RBINS Staff Publications