Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home
656 items matching your search terms.
Filter the results.
Item type



































New items since



Sort by relevance · date (newest first) · alphabetically
Article Reference Sur les traces de nos ancêtres préhistoriques
Located in Library / RBINS Staff Publications
Inbook Reference Keihard bedreigd erfgoed – de kassei : de geschiedenis van onze steden met de voeten getreden
SAMENVATTING. Het verlies aan kassei-patrimonium in België en Nederland is schrijnend zowel in historische stadscen- tra en op plattelandswegen als op erven of binnenpleinen van private gebouwen. Bij de herinrichting van autoluwe stadsker- nen wordt een vernieuwde belangstelling opgemerkt voor het gebruik van kasseien, maar hier worden eerder importstenen gebruikt, actueel voornamelijk van Aziatische oorsprong. De essentiële kwaliteiten van kasseien zijn de lage impact op het milieu als natuurproduct tijdens de hele levensduur en hun inbreng in de opwaardering van het stedelijk gebouwde patrimo- nium. Historische Belgische straatstenen zijn erg divers van samenstelling en eigenschappen, en bezitten een unieke en onver- vangbare geodiversiteitswaarde. Vervanging door gestandaardiseerde importsteen draagt zo bij tot de banalisering van de openbare ruimtes. Er is nood aan praktische handleidingen voor het materiaalgebruik en de uitvoeringswijze van kasseibestra- tingen in onze historische centra. Dit wordt duidelijk aangetoond door de huidige en in deze publicatie beschreven situatie van de stadscentra van Brussel, Ciney, Leuven en Gent in België én door de gevalstudie van het Marktplein van Geertruidenberg, één van de oudste natuurstenen bestratingen van Nederland, die tot op de dag van vandaag dreigt te verdwijnen en uitgevoerd te worden in andere materialen. Uit het geheel wordt een algemene nood bemerkt aan sensibilisering bij de burger alsook de overheden van het feit dat authenticiteit een prijs heeft en tegengesteld is aan vlakheid en soms ook aan gebruiksgemak. ABSTRACT. The loss of cobblestone pavements in historical city centres, on traditional roads in the countryside, on farmyards and inner courts of private buildings deprives the built heritage in Belgium and the Netherlands of its hori- zontal dimension. Although there is a renewed interest in cobblestones for the renovation of city centres, most often, imported stones are used, especially of Asian origin. The principal qualities of cobblestones as a natural product are their low environmental impact during their entire life cycle and their positive contribution to the overall quality of the built heritage. Historic Belgian cobblestones have very diverse compositions and characteristics, and they possess unique and irreplaceable geodiversity values. Replacement by standardized imported stone contributes to the trivialization of public places. There is a need for practical guidelines to describe the materials to be used and to specify how to use the material for traditional cobblestone pavements. The urgency is demonstrated in this paper by case studies from the city centres of Brussels, Ciney, Louvain and Ghent in Belgium and of the market place of Geertruidenberg. The latter is one of the oldest natural stone pavements of the Netherlands, which is threatened to be lost and to be replaced by other materials. In particular, there is a need to raise public awareness and to raise awareness of the authorities stressing the fact that authen- ticity has a certain price and that this may be contradictory to commonplace and to user demand.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Inbook Reference Diestiaan ijzerzandsteen: de erfgoedsteen van het Hageland
SAMENVATTING. Een donkerbruine, ijzerhoudende zandsteen tekent het landschap en de karakteristieke archi- tectuur van het Hageland, het oostelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant. Deze regio wordt gekenmerkt door een heuvelachtig landschap, waar in Romeinse tijden op de zuidelijk gerichte flanken al wijn werd verbouwd. Op de talrijke heuveltoppen, stille getuigen van versteende zandbanken in de Laat-Miocene zee die het landschap in lang vervlogen tijden overspoelde, komen donkerbruine lagen van ijzerzandsteen voor. Al sinds de vroege Middeleeuwen werd deze steen voor lokaal gebruik ontgonnen, waaruit later de voor de streek typische ‘Demergotiek’ ontstond. De ijzerzandsteen is zeer heterogeen en gevoelig voor verwering. Over het algemeen betreft het een bouwmateriaal met een lage druksterkte, zeker in vergelijking met Gobertange, Lede- of Doornikse steen. De hedendaagse restauratie van deze karakteristieke architectuur wordt geconfronteerd met diverse problemen: natuursteenherstelling is omwille van de donkere kleur minder evident en vaak niet duurzaam, beschikbare reserves zijn zeer beperkt en er zijn geen actieve steengroeves. Een maximale conservering van het authentieke materiaal, geheel in overeenkomst met het Charter van Venetië overigens, dient daarom vaak vooropgesteld. Materiaaltechnisch onderzoek van ijzerzandsteen, gelicht uit gesteentelagen in vijf sites, was noodzakelijk om de wisselende kenmerken van deze natuursteen beter te interpreteren vanuit zijn geologische diversiteit, teneinde de inzetbaarheid als bouwmateriaal te kunnen evalueren. Bovendien werd bestudeerd in hoeverre een mogelijke steen- verstevigende behandeling door middel van ethylsilicaat (TEOS) van ijzerzandsteen tot een verbetering van zijn duur- zaamheid zou kunnen leiden. ABSTRACT. Diest ferruginous sandstone, heritage stone of the Hageland. A dark-brown ferruginous sandstone characterizes the landscape and the typical architecture of the Hageland, the eastern part of the Belgian province Flemish Brabant. The landscape of this region is recognised by an alternation of hills. The southern flanks of these hills are well-suited for cultivating wine, something the Romans already learned some two thousand years ago. On these numerous hill tops, the silent witnesses of petrified shoals from the Diestian sea which overran the landscape long ago, dark-brown layers of ferruginous sandstone occur. Already in the Middle Ages, this stone has been quarried for local use which gradually led to the development of a specific architecture, also known as Demer Gothic. This ferruginous sandstone is however very heterogeneous and sensitive to weathering. In general, it is considered a rather weak building material, especially in comparison with other typical local building materials such as Gobertange, Lede or Tournais stones. However, the restoration of this characteristic architecture is nowadays confronted with various problems: the use of repair mortars is because of the dark color less evident and often not durable, available reserves are restricted and there are actually no active quarries. A maximal conservation of the authentic material, fully in agreement with the Charter of Venice, is hence often required as a premise. Material-technical research of fer- ruginous sandstone, retrieved from sedimentary beds from five locations, was deemed necessary to describe the vary- ing characteristics of this stone within its geological context in order to evaluate the possibility to use the material for restoration purposes. In addition, the effect of a consolidation treatment of the ferruginous sandstone with ethylsilicate (TEOS) to ameliorate its durability was examined.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Inbook Reference Natuursteengebruik als urbanisatie-indicator stadskern Leuven
SAMENVATTING. Natuursteen is een duurzaam element in de bouwgeschiedenis en als zodanig een goede indicator voor bouwjaar, stijl en mogelijke renovatie. Natuursteengebruik wordt doorgaans geanalyseerd vanuit typologie, scha- depathologie, marktpenetratie of geografische verspreiding. Hieruit kunnen trends worden gehaald over aanwending en waardering. Informatie over de globale impact van natuursteengebruik in het straatbeeld, daarin inbegrepen de ver- naculaire woningbouw, ontbreekt. Om hieraan tegemoet te komen werd een systematische inventarisatie uitgevoerd van het natuursteengebruik in gevels van gebouwen gelegen binnen een historische stadskern. De Leuvense binnen- stad leende zich uitstekend voor dit onderzoek omdat er vrijwel continu is gebouwd gedurende de 19de en 20ste eeuw, zonder uitgesproken dominante stijlen of materialen. Kwalitatieve kenmerken zoals natuursteengebruik, bouwjaar en –stijl werden ingevoerd in een GIS bestand zodat de evolutie van het materiaalgebruik kan worden gekoppeld aan de voortschrijdende verstedelijking. Dit laat tevens toe pijnpunten inzake conservering of verwaarlozing vast te stellen. SUMMARY. Natural stone use as an indicator for urbanisation of the historical city centre of Leuven (Louvain). The use of natural stone for building follows trends depending on changes in availability and appreciation, but is generally analysed in selected historical buildings for specific issues such as typology, market penetration, geographi- cal distribution or decay. Belgian historical cities are showcases of natural stones, even if these are not dominating the cityscape. Because of its durability, natural stone is a conservative construction element reflecting the building history, hence can be used as a proxy for age, style and renovation. In order to assess the architectural impact of natural stone use on the street view, a systematic inventory of natural stone occurrence, including the vernacular, has been made for the historical city centre of Leuven. This city centre has been built up throughout the 19th and 20th centuries, without a clear dominance of styles or materials. Qualitative properties, such as stone identification, its constructive or deco- rative use, age and style of the building were coupled with a GIS database of the buildings of the city of Leuven. This allows to link natural stone use to the progressive urbanisation and to highlight cases of neglect or in need of more suited conservation strategies.
Located in Library / RBINS Staff Publications
Unpublished Reference 5de Vlaams-Nederlandse Natuursteendag 15-16.5.2014, Brussel Betekenisvol gebruik van natuursteen - Excursie natuursteengroeven langs de Maas 16.5.2014 Gidsboek
Located in Library / RBINS Staff Publications
Unpublished Reference 5de Vlaams-Nederlandse Natuursteendag 15-16.5.2014, Brussel Betekenisvol gebruik van natuursteen - Excursie natuursteen Brussel
Located in Library / RBINS Staff Publications
Book Reference Belgisch Marmer
Located in Library / RBINS Staff Publications
Techreport Reference IEA Wind White Paper on A Risk-Based Approach for Addressing Wind and Wildlife Interactions Using Ecosystem-Based Management Values
Acceptance of wind energy development worldwide is challenged by stakeholders’ concerns about potential effects on the environment, specifically on wildlife such as birds, bats, and (for offshore wind) marine animals, and the habitats that support them. Other issues of concern to communities near wind energy developments include social and economic impacts, as well as impacts on cultural and social values such as aesthetics, historical sites, and recreational and tourism.Lack of a systematic, widely accepted, and balanced approach for measuring the potential damage to wildlife, habitats, and communities continues to leave wind developers, regulators, and other stakeholders in an uncertain position. This uncertainty may lead to regulatory requirements for studies and monitoring programs that do not necessarily contribute to improved environmental protection. Regulatory requirements and data collection efforts around wind farms during construction, operation, and other project phases need to be more consistently linked to the actual risk posed to a range of animals and habitats. One such approach to accomplishing this linkage is risk-based management(RBM), which may provide value-added as a decision support system.This paper explores the use of ecological RBM in wind energy development for land-based and offshore wind installations. The application of risk as a development and management tool is addressed, including multiple aspects of project risk, many of which are driven by or associated with ecological risk. The nature of how risk is taken into account in consenting/permitting wind projects on land and at sea are reviewed, and a series of risk management tools and approaches surveyed. This paper also explores the adaptation of ecosystem-based management to wind energy development through a series of case studies, and sets forth a framework and best management practices for applying risk-based principles to wind energy. Theanalysis and review of RBM approaches presented in this paper mayprovide helpful insights for improved siting and consenting/permitting processes for regulators and their advisors, particularly in nations where wind energy is still in the early development stages on land and at sea. Wind project developers may benefit from understanding how regulators may approach consenting/permitting. Policy-makers may gain valuable insights into how wind farm development might be managed in future. Researchers and consultants may benefit from the concepts and suggestions that will improve access to insightful monitoring data from wind farmsand will help to directfuture data collection efforts.
Located in Library / RBINS Staff Publications 2020
Unpublished Reference Vietnam, a champion for insect biodiversity: A win-win commitment.
Located in Library / RBINS Staff Publications 2017
Article Reference Prospections sur la « villa gallo-romaine du Sart », au lieu-dit La Hamaide, à Hautrage (B).
Hautrage, une commune belge appartenant à l’entité de Saint-Ghislain, se situe dans la partie occidentale de la province du Hainaut. Plusieurs découvertes archéologiques, la plupart anciennes et souvent mal documentées, sont mentionnées sur son territoire1 . 1. Historique des recherches, le site (J. DUFRASNES) La première mention de ce site archéologique apparaît dans HAUBOUDIN 1898, p. 80. L’auteur, un archéologue amateur très actif habitant Stambruges2 , note alors : Villa du Sart.- Un chemin, qui porte encore le nom de chemin d’El Ville3 , indique la Villa du Sart qui est proche. Le cimetière était la nécropole de cette villa4 . Des notes manuscrites datées de janvier 19415 et un inventaire réalisé à l’occasion de l’entrée d’une partie de la collection d’Edmond Haubourdin aux Musées royaux d’Art et d’Histoire de Bruxelles mentionnent du matériel susceptible de provenir de la villa de la Hamaide à Hautrage, c’est-à-dire de la « villa du Sart » (fig. 1). Cependant, aucun des écrits laissés par cet archéologue ne relate qu’il obtint du matériel archéologique de ce site par acquisition, par des fouilles ou des prospections. Edmond Haubourdin ajoute : « Diverticulum.- Le chemin qui traverse le chemin de fer à la station de la Hamaide porte, au cadastre d’Hautrage, le nom de chaussée romaine. Cette chaussée [dont l’actuelle rue des Bats, à 300 mètres à l’est du site, serait un tronçon selon l’auteur ndlr] passait près de la villa et se dirigeait vers Bavay, probablement vers Chièvres, par Villerot, Sirault et Neufmaison, où elle se confondait avec le diverticulum qui venait de Condé par Stambruges. La grande largeur de cette voie de communication accuse son origine romaine »6
Located in Library / RBINS Staff Publications 2022