-
Endocranial morphology of Palaeocene Plesiadapis tricuspidens and evolution of the early primate brain
-
Expansion of the brain is a key feature of primate evolution. The fossil record, although incomplete, allows a partial reconstruction of changes in primate brain size and morphology through time. Palaeogene plesiadapoids, closest relatives of Euprimates (or crown-group primates), are crucial for understanding early evolution of the primate brain. However, brain morphology of this group remains poorly documented, and major questions remain regarding the initial phase of euprimate brain evolution. Micro-CT investigation of the endocranial morphology of Plesiadapis tricuspidens from the Late Palaeocene of Europe—the most complete plesiadapoid cranium known—shows that plesiadapoids retained a very small and simple brain. Plesiadapis has midbrain exposure, and minimal encephalization and neocorticalization, making it comparable with that of stem rodents and lagomorphs. However, Plesiadapis shares a domed neocortex and downwardly shifted olfactory-bulb axis with Euprimates. If accepted phylogenetic relationships are correct, then this implies that the euprimate brain underwent drastic reorganization during the Palaeocene, and some changes in brain structure preceded brain size increase and neocortex expansion during evolution of the primate brain.
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Rediscovery of Glauconycteris superba Hayman, 1939 (Chiroptera: Vespertilionidae) after 40 years at Mbiye Island, Democratic Republic of the Congo
-
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Effect of water quality on blackflies (Diptera: Simuliidae) in Flanders (Belgium)
-
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Effect of water quality on waterbugs (Hemiptera: Gerromorpha & Nepomorpha) in Flanders (Belgium): results from a large-scale field survey
-
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Revision of the endemic genera Diplomphalus and Pseudomphalus from New Caledonia (Gastropoda, Rhytiddae)
-
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Revision of the Afrotropical land snail genus Avakubia Pilsbry, 1919, with description of Pseudavakubia gen. n. and eleven new species (Gastropoda: Pulmonata: Streptaxidae)
-
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
La gestion des ressources lithiques dans l’ensemble gravettien de Maisières-Canal (Bassin de Mons, Hainaut, B). Nouvelles perspectives
-
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Geologisch en hydrogeologisch 3D model van het Cenozoïcum van de Roerdalslenk in Zuidoost-Nederland en Vlaanderen (H3O – Roerdalslenk)
-
MANAGEMENTSAMENVATTING Geologische gegevens werden in het verleden hoofdzakelijk aangemaakt binnen de landsgrenzen. Hierdoor waren er steeds grote onzekerheden in de data aan de landsgrenzen, maar ook aansluitingsproblemen tussen de (hydro)geologische modellen van aangrenzende landen. Deze problemen worden nog uitvergroot in geologisch complexe gebieden zoals de Roerdalslenk die onder andere doorheen Zuidoost-Nederland en Noordoost-Vlaanderen loopt. Daarnaast zijn de indeling en de naamgeving van de eenheden in de ondergrond verschillend tussen Nederland en Vlaanderen, wat correlaties over de grens heen nog complexer maakt. Bovenstaande problemen bemoeilijken sterk het beheer van de ondergrond in de grensregio’s. Om die reden leefde bij partijen in Nederland (Provincie Limburg en Provincie Noord-Brabant) en Vlaanderen (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid en de Vlaamse Milieumaatschappij) de wens om de (hydro)geologische modellen van Nederland en Vlaanderen voor de Roerdalslenk op elkaar af te stemmen. In 2012 startte daarvoor het H3O-project, dat twee jaar zou lopen en zou uitgevoerd worden door de TNO, Geologische Dienst van Nederland en de Vlaamse organisatie VITO in samenwerking met de Belgische Geologische Dienst. De doelstelling van het H3O-project was om de verschillen tussen de bestaande (hydro)geologische interpretaties en modellen van het Nederlandse en Vlaamse deel van het projectgebied op een zodanige wijze vast te stellen, uit te zoeken en te verhelpen dat het resulterende grensoverschrijdende model één consistent geheel vormt. Beoogt werd om dit 3D geologische en hydrogeologische model voor het Cenozoïsche bereik samen te stellen op basis van de meest recente gegevens, kennis en inzichten zodat dit model geaccepteerd wordt als het referentiemodel van de Roerdalslenk. Om de opdrachtgevers te ondersteunen bij de inhoudelijke beoordeling van de tussen- en eindresultaten en om de acceptatie van het model te verzekeren, werd een Begeleidingscommissie in het leven geroepen die bestond uit geologische experts uit tal van domeinen. De eindresultaten van dit project zijn in 2014 opgeleverd. Niet alleen vormen de Nederlandse en Vlaamse delen van deze grensoverschrijdende modellen nu één consistent geheel, maar ook zijn beide modellen, door de wijze waarop ze tot stand zijn gekomen, onderling consistent met elkaar. De aldus bekomen geologische en het hydrogeologische modellen vormen daarmee het referentiemodel voor de geologische en hydrogeologische opbouw van het gebied. De gehanteerde correlaties tussen de Nederlandse en Vlaamse eenheden in de ondergrond kunnen verder als leidraad dienen voor toekomstige grensoverschrijdende projecten.
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
Rotifers from Kalasin Province, Northeast Thailand, with notes on new and rare species
-
We report on a survey of rotifers from 30 habitats in Kalasin Province, Northeast Thailand, collected during Dec. 2001. One hundred and fifty species were identified. One of them, Lecane lungae sp. nov. is new to science, and two, L. opias (Harring and Myers), and L. stichoclysta Segers are new to the Oriental region and Thailand; the record of L. stichoclysta is the second record ever of the species after its description from Nigeria (Africa). In addition, we illustrate a remarkable morphological variant of Keratella cochlearis. These records, together with the new occurrences of other endemic rotifer species illustrate the remarkable diversity of the Thai rotifer fauna, and add to our knowledge of rotifer chorology.
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications
-
On a new Seison Grube, 1861 from coastal waters of Kenya, with a reappraisal of the classification of the Seisonida (Rotifera)
-
On occasion of the discovery of a new species of a marine epizoic rotifer of the enigmatic Seisonidae, from Gazi Bay in Kenya, we reassessed the classification of the group. The taxon was until now known to contain only 2 species, viz. Seison nebaliae and S. annulatus, both of which live attached to Crustacea of the genus Nebalia. The new species, Seison africanus sp. nov., was diagnosed by its species-specific trophi morphology and relatively small size. A comparison with the 2 other known seisonid species reveals a sister group relationship between S. africanus sp. nov. and S. nebaliae, based on similarities in trophi structure and, accordingly, an assumed feeding mode and relationship with their hosts. The fundamental differences between these 2 commensal sister taxa and the ectoparasitic S. annulatus prompted a reevaluation of the generic classification of these animals. Accordingly, we propose to reestablish the genus Paraseison Plate, 1887 in order to accommodate P. annulatus (Claus, 1876) (comb. nov.).
Located in
Library
/
RBINS Staff Publications